De jacht op buitenlands vermogen is één van de speerpunten van de Belastingdienst. Hij maakt bij die jacht gebruik van geavanceerde ICT-technieken en van onconventionele middelen, zoals die informatie vergaard door opsporingsjournalisten. Voorbeelden van die informatie zijn de Panama Papers, de al wat langer lopende KB-Lux affaire, publicaties van het Center for Public Integrity en de verslaggeving over het Haags Juristen College. Cervus heeft ruime ervaring met dossiers waarin (al dan niet) verzwegen buitenlands vermogen speelt, zoals inkeerdossiers en in voorkomend geval erbij gebruikte structuren ter verhulling van buitenlands vermogen. In deze factsheet staan wij stil bij enkele recente praktijkervaringen met ontwikkelingen in de jacht van de Belastingdienst op buitenlands vermogen.

VOOROPGESTELD

Vooropgesteld wordt dat Cervus de aanpak van fiscale fraude en fiscale criminaliteit onderschrijft. Dat neemt niet weg dat belastingplichtigen rechtsbescherming des te meer nodig hebben, omdat de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie zich van steeds verdergaande middelen bedienen in hun jacht op verzwegen buitenlands vermogen. Rechtsbescherming en privacy geraken in toenemende mate in de verdrukking bij de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie. Voorbeelden te over: de toeslagenaffaire, de geheime zwarte lijst van de Belastingdienst en de opschudding rondom targets die de Belastingdienst hanteert. Onze beroepsorganisatie, de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, trekt de laatste tijd niet zonder reden geregeld aan de bel. Nieuwe fiscale en aanverwante regelingen zijn vaak zo in elkaar gezet dat belastingplichtigen nog slechts met alertheid, veel moeite of het inschakelen van een adviseur er aan kunnen voldoen. Wetsovertredingen zijn zo begaan en dus kunnen autoriteiten zoals de Belastingdienst burgers steeds gemakkelijker voor iets vervolgen. Dit geldt niet alleen in materiele fiscale recht (‘hoeveel belasting is iemand verschuldigd’), maar het ook in het nauw verwante fiscale straf- en boeterecht (‘wat is de straf als iemand een fiscaal onjuiste aangifte doet’) en zelfs het strafrecht (‘is iemand naast een fiscale correctie, nog verdachte in een delict als bijvoorbeeld witwassen of valsheid in geschrift’).

SIGNALEMENT 1: UNA VIA OF TOCH TWEE SPOREN? GROTERE KANS OP STRAFRECHTELIJKE VERVOLGING WITWASSEN

Het aantal witwaszaken dat door het Openbaar Ministerie voor de rechter is gebracht is de laatste jaren explosief gestegen. Een ruimere definitie van witwassen. Van die ruimere definitie lijkt de Belastingdienst bovendien dankbaar gebruik te maken om belastingplichtigen onder druk te zetten en of te houden hun buitenlandse vermogen aan te geven. De ruimere definitie van witwassen heeft het volgende uitstralingseffect naar fiscaliteit. Fiscale fraude kwalificeert in principe ook als witwassen. Het bedrag aan ontdoken belasting is ‘uit enig misdrijf afkomstig’. Bezitters van vermogen afkomstig uit fiscale fraude kunnen dus voor witwassen worden vervolgd.

Als de Belastingdienst bovendien oordeelt dat het vermogen niet meer van het daaraan toegevoegde zwarte geld kan worden onderscheiden, kan hij naar het gehele vermogen kijken. Het zwarte geld ‘besmet’ dus het witte gedeelte van het vermogen. Over de samenloop van de vervolging van het strafrechtelijke delict ‘witwassen’ en de fiscale behandeling van verzwegen vermogen meer onder signalement 3.

SIGNALEMENT 2: STEEDS MEER BUITENLANDSE REKENINGGEGEVENS IN VOORINGEVULDE BELASTINGAANGIFTE

In de vooringevulde aangifte stonden voorheen al binnenlandse rekeningen. Binnenlandse banken moeten immers de Belastingdienst renseigneren over rekeningen van binnenlandse rekeninghouders. Het lukt de Belastingdienst echter steeds beter gegevens over buitenlandse rekeningen van Nederlanders te vergaren. Niet verwonderlijk heden ten dage. Denk maar eens aan de hoeveelheid verklaringen en formulieren die iemand moet ondertekenen wil men (bijvoorbeeld) een bankrekening bij een Nederlandse bank openen. De poortwachter functie van de banken, die in Nederland maar ook in vele landen actief wordt vergroot, speelt hier een belangrijke rol. De vooringevulde belastingaangifte inkomstenbelasting bevat inmiddels over buitenlandse rekeningen.

Volgens eigen berichtgeving ontvangt de Belastingdienst vanuit ruim 100 landen financiële gegevens over personen en bedrijven met financiële producten in het buitenland. Data-analisten van de Belastingdienst zoeken in deze gegevens, die op basis van de Common Reporting Standard (CRS) worden aangeleverd. Lees hier meer over in deze blog.

De Belastingdienst wordt tot het vergaren van gegevens over buitenlandse bankrekeningen in staat gesteld door internationale verdragen voor informatie-uitwisseling die Nederland (net als bijna 100 andere landen) heeft gesloten. Ook landen als Zwitserland en Luxemburg, jarenlang bekende vluchthavens voor vermogens in (al dan niet) agressieve fiscale structuren werken mee aan deze informatie-uitwisseling. Aan het vergaren van informatie over buitenlandse rekeningen van Nederlanders draagt verder bij de afbrokkeling van het bankgeheim. Zwitserland heeft onder internationale druk op 1 januari 2018 het bankgeheim afgeschaft. Naast de automatische gegevensuitwisseling door landen over bankrekeningen maakt de Belastingdienst gebruik van de mogelijkheid inlichtingen op verzoek te verkrijgen, op een wijze die – naar onze mening – vaak als fishing kwalificeert.

SIGNALEMENT 3: VOLHARDEND, EEN COMBINATIE VAN NAVORDERING (FISCAAL) EN WITWASSEN (STRAFRECHTELIJK)

Verder is natuurlijk inmiddels bekend dat de Belastingdienst gebruik maakt van onderzoekmethoden waarvan de rechtsmatigheid ter discussie staat. Bijvoorbeeld het – al dan niet tegen betaling – verwerven van gestolen informatie over bankrekeningen. Wat men van deze praktijken door een overheidslichaam ook vindt, feit is dat dit doorlopend gebeurt. Over de geoorloofdheid van dat gebruik wordt al jaren geprocedeerd. Eind 2019 oordeelde de Hoge Raad voor de tweede keer in eenzelfde procedure. Een eindoordeel in deze principiële zaken zal nog even op zich laten wachten, maar de ’tussenstand’ is dat de Belastingdienst buitengewoon ver kan gaan bij het vergaren van bewijzen en het (rechtmatig) gebruik van die bewijzen in fiscale zaken. Uit de volhardendheid van de Belastingdienst in deze zaak, blijkt hoe serieus hij werk maakt van de opsporing van buitenlands vermogen. Als blijkt dat u vermogen of inkomen hebt verzwegen en onjuist aangifte hebt gedaan, kan de Belastingdienst navorderingsaanslagen én hoge boetes opleggen. Soms gaan belastingplichtigen ervan uit dat zij verzwegen buitenlands vermogen met alleen de Belastingdienst kunnen afdoen (al dan niet met boetes). Helaas is dat niet altijd het geval. In de praktijk blijkt dat belastingplichtigen ook strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor belastingfraude en witwassen. Volgens de Belastingdienst sluit het één het ander niet uit. Hij wordt hierin gesteund door jurisprudentie die naar onze mening te ruim wordt geïnterpreteerd. Voorts blijkt dat in sommige gevallen de officier van justitie in samenwerking met andere overheidsinstanties de niet-betaalde belasting over (veel) oudere jaren probeert te innen, ook al zijn de bevoegdheden van de Belastingdienst daartoe allang uitgeput. Zie hierover onder meer deze blog die de situatie aardig benoemt. Omgekeerd kunnen belastingplichtigen er niet vanuit gaan dat er in het strafrecht géén sancties volgen als de Belastingdienst (bijvoorbeeld door verloop van de 12-jaarstermijn) niet meer kan heffen. Illustratief hiervoor is bijvoorbeeld deze recente uitspraak. Wat ons betreft een merkwaardige zaak, maar wel de huidige stand van zaken waar belastingplichtigen mee te maken kunnen krijgen.

SIGNALEMENT 4: BEPERKING INKEERREGELING PER 1 JANUARI 2020

Zij die ‘schoon schip’ willen maken, kunnen zich uit eigener beweging melden bij de Belastingdienst. Dit wordt ‘inkeren’ genoemd. Als een belastingplichtige dit doet vóórdat hij weet dat de Belastingdienst hem op het spoor is of komt (bijvoorbeeld doordat hij een vragenbrief ontvangt, een groepsverzoek in de media bekend wordt of een bankrekening in de vooringevulde aangifte verschijnt) is het inkeren ‘vrijwillig’. Inkeer die als vrijwillig kwalificeert, levert normaal gesproken strafvermindering op. Voor meldingen vanaf 1 januari 2020 kan inkeren niet meer boetevrij voor box 2 en/of box 3. Inkeren geldt alleen nog als ‘strafverminderende omstandigheid’. Anders dan voorheen geldt de nieuwe regeling voor álle jaren. Dus ook voor aangiften ingediend vóór 2020. Dit betekent dat het verval van de vrijwaring van strafrechtelijke vervolging ook van toepassing is op aangiften die al jaren geleden zijn ingediend. Opvallend is dat box 1 nog niet werd genoemd.

SIGNALEMENT 5: CRYPTOVALUTA

Cryptovaluta zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Digitale valuta mogen zich verheugen in warme belangstelling van de Belastingdienst en de Fiod. Illustratief is dit recente bericht en in dit bericht. Het bezit van cryptovaluta geldt ook als één van de indicatoren voor witwassen onder de WWFT. In die zin is niet alleen elke bezitter van cryptovaluta, maar ook elke intermediair (bijvoorbeeld een bankier, een accountant, boekhouder of belastingadviseur die aangiften met cryptovaluta indient) gewaarschuwd. Immers, intermediairs zijn verplicht tot verscherpt cliëntenonderzoek ingeval van een indicator van witwassen en het melden van ongebruikelijke transacties. Doet de intermediair dat niet, dan verricht hij mogelijk op zijn beurt ook weer beboetbare feiten en/of komt op het strafbankje terecht. Los daarvan bestaat er nog veel onduidelijkheid over de fiscale duiding van cryptovaluta. Voor de BTW speelt de vraag naar de geografische locaties van het cryptovermogen en dus – onder meer – de plaats van een dienst die dat vermogen betreft en voor directe belastingen (zoals bijvoorbeeld de inkomsten- en vennootschapsbelasting) de vraag hoe de waarde van cryptovermogen moet worden berekend.

SLOT

De adviseurs van Cervus hebben ruime ervaring met alle fiscale aspecten van verzwegen buitenlands vermogen dat aan de Belastingdienst wordt gemeld of door hem is ontdekt. Zij werken in dossiers waarin die problematiek speelt, nauw samen met gespecialiseerde (strafrecht)advocaten en/of processpecialisten. Indien u met deze kwestie te maken krijgt, kunt u een beroep doen op de adviseurs van Cervus.

Cervus Belastingadvies B.V.

Jan Pieter van Eck (belastingadviseur)
+31 (0)6 2616 4880

Derk Prinsen (belastingadviseur/advocaat)
+31 (0)6 2021 0645

Delen: